File:MCC-42808 Deurnaald met Johannes de Doper en Catharina van Alexandrië, elk op een console onder een baldakijn (1).tif

Nederlands: De deurnaald is aan de voorzijde gedecoreerd met de heiligen Johannes de Doper en Catharina, onder laatgotische baldakijnen, boven een hoge, met pinakels gedecoreerde onderzone.

Johannes de Doper is aan het bovenuiteinde aangebracht. Hij is frontaal weergegeven, rustend op zijn rechterbeen. Hij heeft zijn gezicht driekwart naar rechts gewend en wijst met zijn rechterhand op zijn attribuut het lam. Het lam ligt naar links gewend op een boek, dat de heilige in zijn linkerhand houdt.

Johannes is gehuld in een mantel die over beide schouders ligt. De mantel is onder zijn rechterarm door getrokken en over zijn linkerschouder gevoerd. Het andere uiteinde hangt af van zijn linkerarm. Hij draagt een kleed waarin een opstaande kraag van een onderkleed zichtbaar is. Tussen zijn benen hangt een slip van het gewaad naar beneden en over de grond. Hij is blootsvoets. Zijn gezicht is omgeven door wijd uitstaande haren, zijn baard is gespleten.

Boven zijn hoofd een ajour bewerkt baldakijn met in- en uitzwenkende geprofileerde randen en kleine hogels. In het midden een vooruitspringende pinakel. Ook aan weerszijden pinakels. De bovenzijde van het baldakijn, waarachter een kwartholprofiel begint, lijkt ingekort. Hij staat op een overhoeks gestelde sokkel die een met bladeren versierd kapiteel met profielranden heeft. De zijden van de sokkel vertonen roodboognissen. De sokkel rust op het baldakijn van het Catharinabeeldje, dat ongeveer in het midden van de deurnaald is aangebracht.

Catharina is frontaal weergegeven, met iets vooruitgeschoven linkervoet. Aan haar voeten links verschijnt het bovenlichaam van keizer Maxentius. Haar (verkeerd geplaatste) rechterhand is tegen haar gewaad gedrukt, in de gebalde linkerhand zal zij haar attribuut, het zwaard, hebben geklemd.

Catharina draagt een diadeem op haar lange, golvende haar. Haar mantel ligt over haar schouders en is op de borst met een dubbel koord gesloten. Haar bovenkleed heeft een ronde hals waarin een hemd met v-hals zichtbaar is. De nauwsluitende keurs is voorzien van een verticale reeks vierkante versieringen. De wijde rok heeft zij onder beide armen opgenomen en over haar linkerarm extra hoog opgetrokken. Links van het midden is hierdoor een reeks onregelmatige plooien ontstaan, rechts een bundel pijpplooien. Onder de rok is het wijde onderkleed zichtbaar en haar in een trip gestoken linkerschoen met stompe neus.

De keizer heeft zich driekwart naar links gedraaid. Hij steunt met zijn rechter onderarm op de sokkel. In zijn rechterhand hield hij waarschijnlijk een nu verdwenen scepter. Hij is driekwart naar links weergegeven, het gezicht frontaal.

Hij heeft een tulband op het hoofd en draagt een bovenkleed met bloezende mouwen en schouderkraag of mantel. Zijn brede baard is gespleten.

Boven Catharina hangt een ajour bewerkt baldakijn dat aan de voorzijde wordt afgesloten door een ronde driepasboog, aan de zijkanten door spitse driepasbogen. Op de hoeken pinakels op hangende kraagstenen, waartussen golvende tracering met hogels, die aan de bovenzijde tegen de overhoeks geplaatste sokkel van Johannes rust.

De figuren rusten op een veelkantige sokkel met bladversiering tussen geprofileerde lijsten. Deze sokkel lijkt te rusten op twee overhoeks gestelde spitsbogen met hogels en kruisbloemen, die in het midden rusten op een colonnet met halsring en bladkapiteel. Bijna onderaan de colonet (oorspronkelijk waarschijnlijk ongeveer in het midden) een tweede ring. Onder beide bogen een lange pinakel.

Techniek: In het midden van de deurnaald bevindt zich aan de achterzijde een halfronde uitholling. Waarschijnlijk is dit het restant van een boorgat, waarin een wig werd gedreven om het werkblok te splijten. Op de plaats waar dit restant van het boorgat zichtbaar was, namelijk in de strook die over de naad tussen de deuren sloot, is het boorgat gedicht met een rechthoekig blokje hout. De deurnaald is op een rechterdeur gepend geweest: de achterzijde van het rechtergedeelte is minder verkleurd dan het linker en vertoont vier pengaten, doorsn. ca. 1 cm.

Staat: De deurnaald is oorspronkelijk langer geweest. Hij is aan de bovenzijde en onderzijde ingekort. De halsringen van de onderzone hebben mogelijk ter halver hoogte van de colonetten gezeten, die zelf weer op een geprofileerde plint gestaan zullen hebben. De oorspronkelijke hoogte zal ca. 2 m zijn geweest. De bovenafsluiting is waarschijnlijk ook langer geweest. De versiering boven het baldakijn van Johannes zal hoger zijn geweest (afgezaagd). De onderkant is vrij lang geleden afgezaagd en daarna nog weer aan vocht blootgesteld geweest. In de achterzijde een later aangebrachte, verticale groef, waarin resten van naaldhout en lijmsporen (hergebruik). Een deel van de gewaadslip van Johannes is bijgezaagd, met de voorzijde van de sokkel. Idem een deel van het gewaad op zijn linkerknie. De rechterhand van Johannes is niet origineel of bijgewerkt. De mantelsip en het uiteinde van de mouw zijn bijgesneden. Het proportioneel gezien veel te kleine en te hoog geplaatste handje is ingestoken. De mantelplooi recht onder het lam is afgebroken en bijgesneden. Het rechterhandje van Catharina lijkt niet origineel. Het is grover dan het linker en de positie is verkeerd: het lijkt alsof een slip van de keding wordt gesteund. Oorspronkelijk zal Catharina echter een boek op de rechterhand hebben gedragen. Het hoofd van Catharina lijkt bijgezaagd en vertoont een cirkelvormige groef (nu gestopt met was), waarin t.t.v. de aankoop een modern, metalen kroontje was geplaatst. De onderste twee halsringen van de kolonetten, links en midden, zijn los ingestoken: reparaties. De kruisbloem op de linker spitse driepasboog van de onderzone is bijgemaakt en aangezet met twee houten pennen. Ontbreken: de kroon en het zwaard van Catharina, de scepter van de keizer. Afgebroken: het uiteinde van Catharina's rechtermouw, een deel van de mantelplooi rechts; de linkerhand van de keizer (spijker in breukvlak); delen van een kapiteel, van de kruisbloemen en hogels van de bogen en pinakels van de onderzone. De top van de linker pinakel van haar baldakijn is afgezaagd (restant spijker, blokje hout ingezet). De strook aan de linkerkant van de groef aan de achterzijde is afgespleten, mogelijk bij het verwijderen van de deurnaald van zijn secundaire plaats. Restanten van vierkant gesmede spijkertjes, gaatjes dichtgeplamuurd. De bovenzijde is gescheurd. Modern schroefoogje in de bovenzijde. Onder- en bovenzijde wormstekig. Kleine delen afgebrokkeld.

Zeer vuil. Bedekt met een donkerbruine was/beitslaag.