File:De beginselen van Gods koninkryk in den mensch - uytgedrukt in verscheide zinne-beelden - als mede een Alleenspraake met God - benevens eenige Stigtelyke rymen (1738) (14559149950).jpg

Identifier: debeginselenvan00huyg (find matches)
Title: De beginselen van Gods koninkryk in den mensch : uytgedrukt in verscheide zinne-beelden : als mede een Alleenspraake met God : benevens eenige Stigtelyke rymen
Year: 1738 (1730s)
Authors: Huygen, Pieter, 1662-1724 Luiken, Jan, 1649-1712 Huygen, Jan, 1649-1700
Subjects: Emblem books, Dutch Kingdom of God God Religious poetry, Dutch
Publisher: Te Amsterdam : By Jacob ter Beek ...
Contributing Library: Duke University Libraries
Digitizing Sponsor: Duke University Libraries

View Book Page: Book Viewer
About This Book: Catalog Entry
View All Images: All Images From Book
Click here to view book online to see this illustration in context in a browseable online version of this book.

Text Appearing Before Image:
aken, en hoeby U alleen, en in U, is te vinden t geen waarlijkvergenoegt, Heere! Heere 1 help ons doch! onze nood is zogroot, t koft dagelykx zo veel zielen der menfchen..Lieve Vader , wek ons op , om U te zoeken , Ute vinden, en U Ewig te behouden, omjefus wille^ Hier toe is ons zeer nodig uit alle onze ontfangekrachten te pogen een ingetogen en aandachtig le-ven te leiden , nadien de ziele daar door bequaamword om diepe gedachten van God, van de dood*van t oordeel en van de E wigheid te kormen voe-den , en daar door een indruk en kracht gewaar teworden om het herte van al t vergankelijke af tetrekken , en zyn luft te neemen in beter dingendie blyven zullen als al dit zienelyke vergaat. Gelukkige zielen die hier toe geraken ! Laat onshaaften, laat ons geen tyd meer verliezen;- dit 00-genblik zy een ftandvaltige aanvang, door Gods ge-nade, om onze ziele Gode geheel op te dragen. All* 14 De Beginfelen van Gods KoninkrykAH* wat van goed tot quaad vervalt.Geeft dallergrootfte War)*refl-U
Text Appearing After Image:
Als myn herte opgefwollen was , en ik in myne niere ge-prikkelt wierd , toen was ik onvernuftig , endei en wifte niets:Ik was een groot Beeft by U. Pfal. 73. 21, 22.* De Menfcbe die in waarde is , en geen verftam en beeft ,word gelyk als de heeften die vergaan. Pfal. 49. 21.> Jefus zeide: En bebbe ik niet u twaalve uitverkoren ? en*de een uit u is een Duyvel. Joh. 6. 70»*> Hos in den Menfch. 15 Hoe de Menfch door zonden bet menfchelyk en GoddelijkBeeld ver Heft. Stem: De geeft en kan in / kruit , &C. Of : Die t almet reden eyjcbt, &C. 1 (~\ Menfch ! ó eêl gefchep! zo herelyk gefchapen />/ Een Engel na den geeft,zo rijk van God begaaft! Hoe kond gy u aan c vleefchzo jammerlyk vergapen,Dat gy uw hert en ziel daar aan geheel verflaaft? aln u behoort het Beeld eens waren Menfch te wezen^Van liefde, vriendlykheid, oprechtigheid en deugd, Van hoop. geloof op God, en kinderlyke vreze, Van ootmoed,lydzaamheit,verzeltmet heiige vreugd, 3 Maar. nu woont in u t Beeld der Duiv

Note About Images