File:Tijdschrift voor entomologie (1859) (14745778996).jpg

Identifier: tijdschriftvoore31859nede (find matches)
Title: Tijdschrift voor entomologie
Year: 1857 (1850s)
Authors: Nederlandse Entomologische Vereniging
Subjects: Entomology Insects
Publisher: (Amsterdam) : Nederlandse Entomologische Vereniging
Contributing Library: Smithsonian Libraries
Digitizing Sponsor: Smithsonian Libraries

View Book Page: Book Viewer
About This Book: Catalog Entry
View All Images: All Images From Book
Click here to view book online to see this illustration in context in a browseable online version of this book.

Text Appearing Before Image:
. Ofschoon in ons land overvloed is van wilgenboomen, schijntdeze soort van bladwespen toch weinig voortekomen en welonder de zeldzamen te behooren. De wesp heb ik nimmer inde vrije natuur gezien , en de Heer Fransen, dien ik verzocht 108 had mij eenige cocons met levende larven bij Rotterdam te ver-zamelen , waar ik de larve vroeger gevonden had , heeft nietdan met de grootste moeite mij een tiental uit het mulm derholle Avilgenhoomen kunnen opdelven. Het mögt mij niet gelukken het ei onder de oogen te krijgen. Verklaring van Plaat 8. Fig. 1. De volwassen larve. » 2. Een luchtgat met een spuitgat, vergroot. ^> 3. Eene ring der uit het cocon genomen larve, vergroot. » 4. Het cocon. « 5. De mannelijke wesp. » 6. Zijn kop van voren gezien , vergroot. » 7. Een spriet, sterk vergroot. » 8. De vrouwelijke wesp. » 9. De bovenlip van het mannetje. » 10. Een bovenkaak. » 11. Een onderkaak met voeler. » 12. De onderlip met twee voelers ; de vier laatste figuren sterk vergroot. na
Text Appearing After Image:
Cimbex Amerinae, b A.J.Y/, sculps 109 ATHALIA SPINAEUM F. N. 105 der Bouwstoflfen. Vergelijk over dit insect: Fabr. SysL Fiez. p. 26 f. 21. Panzer, Fauna Germ, 59 f. 18 Âth. Centifoliae. Hartig , Blaft- und ffohtvespeu, p. 284 n 1. Lepel., Monogi-. p. 24 n** 71. Menzel , Ueber den Âfterrawpenfrass der TVeissrühen- blattwespe (zonder opgave van uitgever of jaartal).J. Curtis, Farm Insects, p. 37 en volgg. Athalia rufo-ßava , capite ciun antennis , excepta ore,mesothoracis dorso , tibiarum tarsorumque apicibusni gris. De vier eersten der hierboven aangehaalde schrijvers hebbenzich bepaald bij het beschrijven en afbeelden (voor het laatstealleen Panzer) der volkomen insecten, de beide volgenden heb-ben buitendien eenige opgaven gedaan omtrent de schade, doorde larven op knollen en rapen te v»eeg gebragt. Ofschoon nude geschiedenis van deze bladwesp , voornamelijk na het ver-schijnen van Curtis boek , genoegzaam onderzocht en ont-wikkeld moge genoemd Avorden, hebben wij ons niet gere

Note About Images