File:PMa 000910 B Gent StB.jpg

English: Sint-Baafskathedraal, Gent, Oost-Vlaanderen, Belgium. Mausoleum of bishop Joannes-Baptist De Smet. Jacques Bergé. White, black, patially guilt marble. 1745. Inv nr 242. . Jacques Bergé. pmrmaeyaert@gmail.com. www.pmrmaeyaert.eu; www.polmayer.com. © Paul M.R. Maeyaert; pmrmaeyaert@gmail.com. Original colour transparency 4x5. . Cultural heritage; Cultural heritage|Monuments|Cathedral; Cultural heritage|Techniques|Sculpture; Europe|Belgium; Europe|Belgium|Oost-Vlaanderen; Europe|Belgium|Oost-Vlaanderen|Gent; Europe|Belgium|Oost-Vlaanderen|Gent|Sint-Baafskathedraal. . Inv 242; PRAALGRAF van Joannes-Baptist DE SMET, door Jacques BERGÉ, 1745; wit en zwart, deels verguld marmer ; in de nis van de zuidelijke koorafsluiting, tussen kolommen H en I.; Hellin deelt mede dat het grafmonument opgericht werd door de; erfgenamen van de bisschop, die in 1741 overleed. Het signatuur :; I(ACO)BUBSE RGE INV(ENITE)T FECIT BRUX(ELLENSIS) 1745, preciseert auteursnaam en datering.; Het praalgraf was oorspronkelijk opgericht tegen de westmuur van; de Lam Godskapel. De architektonische achtergrond is ter plaatse; gebleven. Het beeldhouwwerk werd pas na 1819 (vóór 1849) naar; zijn huidige plaats overgebracht. Derhalve kwam het circa 1900 in; gevaar samen met de koorafsluiting weggenomen te worden.; De oorspronkelijke zwartmarmeren achtergrond van het praalgraf; in de Lam Godskapel, met vlakke pilasters, boogveld en kroonlijst,; draagt nog de sporen van de bevestiging der onderdelen. De dekoratieve; elementen van pilasters en boogveld zijn verdwenen. Bij de; opstelling op de huidige plaats, die veel ruimer is, onder de zwart; marmeren arcade van de koorafsluiting, tegen de grijs marmeren; achtergrond met de brede obelisk, werd de tombe hoger opgericht; op een voetstuk van rood marmer; de engeltjes met het wapenschild; zijn in verhouding ook veel hoger aangebracht.; De geribde sarkofaag, met vergulde bladvolute op de twee hoeken,; is bedekt door een dwaal met vergulde franjes. De bisschop, in; koorkap, maar zonder mijter, ligt halfopgericht op een praalbed.; De houding is bijna dezelfde als die van Mgr. Triest, maar het hoofd; is naar vóór gericht. Hij steunt met zijn rechterarm op een kussen,; zijn wijsvinger naar zijn grafschrift op de dwaal gericht; zijn linkerhand; ligt losjes over de borst ; het Christusmonogram op het kaproen; van zijn koorkap herinnert ongetwijfeld aan zijn biezondere devotie; voor het H. Sakrament ; aan zijn voeten zit een putto met omgekeerde; fakkel.; Hoog tegen de wand, twee vliegende engeltjes met het enigszins; schuingeplaatst wapenschild met grafelijke kroon, bisschopsstaf,; prelaatshoed en koord met tweemaal tien kwasten. Banderol met; spreuk : COELESTIA CUDE ARMA, (smeed hemelse wapenen), allusie; aan de familienaam. ; Het grafschrift luidt : D.O.M. HIC REQUIESCIT A LABORIBUS SUIS ILLUSTRISSIMUS; AC REVERENDISSIMUS DOMINUS, D. JOANNES BAPTISTA DE SMET, LOKERENSIS-WASIANUS, QUONDAM LOVANII, BRUXELLIS, MECHLINIAE CLARUS, EX XV. IPRENSIUM, XIV. GANDAVENSIUM EPISCOPUS UBICUMQUE OPTIME MERITUS, PIETATE, DOCTRINA, BENIGNITATE, OMNIBUS CHARUS ET MAGNUS, HUMILITATE, SIBI VILIS ET PARWS, VIVERE DEBIIT XXVII SEPTEMBRIB M.D.C.C.XL1, AETAT(IBLX) VIII, EPI8COPATUS XXI, IN PACE SIT LOCUS EIUS.- Hier rust van zijn werken de doorluchtige; en hoogwaardige heer, Heer Joannes Baptist De Smet, uit; Lokeren-Waas, weleer te Leuven, te Brussel en te Mechelen beroemd,; van Ige bisschop van Ieper, tot 14e bisschop van Gent (geworden),; overal zeer verdienstelijk, door vroomheid, leer, welwillendheid,; allen dierbaar en groot, uit nederigheid voor zich zelf gering en klein.; Hij hield op te leven op de 27e september 1741, in zijn 68e levensjaar; van zijn episcopaat het 2oe. In vrede weze zijn plaats.; HELLIN, 68 ; vermeld in de Lam Godskapel door de gidsen sedert DESCAMPS (1769) en tot DE GOESIN(1819); nadien, op huidige plaats; KERVYN,35; L. VAN BISIBROEK, INV. ARCH. G., II 219 (1901); BULL. G., 1901, 213.; Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen, V: Sint-Baafskathedraal, Gent; door Dr Elisabeth Dhaenens, 1965. . . Ref: PMa_000910_B_Gent_StB.jpg.