File:PMa 000012 B Gent StB.jpg

English: Sint-Baafskathedraal, Gent, Oost-Vlaanderen, Belgium. Cathedral collections. Funeral monument. Margareta van Ghistel, died 1431. Attributed to Jan III de Meyere. Inv nr 231. . Attributed to Jan III de Meyere. pmrmaeyaert@gmail.com. www.pmrmaeyaert.eu; www.polmayer.com. © Paul M.R. Maeyaert; pmrmaeyaert@gmail.com. Original colour transparency 4x5. . Cultural heritage; Cultural heritage|Monuments|Cathedral; Cultural heritage|Techniques|Sculpture; Europe|Belgium; Europe|Belgium|Oost-Vlaanderen; Europe|Belgium|Oost-Vlaanderen|Gent; Europe|Belgium|Oost-Vlaanderen|Gent|Sint-Baafskathedraal. . Inv 231; GRAFTOMBE van Margareta VAN GHISTEL, i. 1431, toegeschreven; aan Jan III DE MEYER;E Doornikse kalksteen, 102 cm x; 260 cm x 145 cm; in de krypte, kapel 14.; De iconografie van de vier sponden van het vrijgraf stemt nauwkeurig; overeen met die, beschreven in de bestelling van een graf; voor Geeraard van Ghistel en diens vrouw, dd. 1424 aan Jan I1 de; Meyere (D. Roggen, 1938, 54 en 70). Daar Jan II in 1426 overleed; is de toeschrijving van het graf van Margareta, overleden in 1431,; aan Jan III, werkzaam circa 1430-1449, best te verantwoorden.; Oorspronkelijk opgesteld in kapel XIV, werd het, ingevolge de; overeenkomst van Margareta's erfgenamen met de bakkersnering; dd. 1435 (We bouwgeschiedenis) overgebracht hetzij eerst naar de; O. L. Vrouwkapel, hetzij naar zijn huidige plaats. Het ligbeeld werd in; in de godsdienstoorlogen vernield. De kopie van de verdwenen tekening; van Arent van Wynendale (afb. in D. Roggen, 1943, 103) geeft er; een idee van. Sporen van de bevestiging zijn op de grafplaat zichtbaar.; Geprofileerd voetstuk; de twee lange sponden zijn onderverdeeld; in acht ondiepe nissen met drielobbige spitsboog; in elke nis een; treurende wapendrager waarvan de wapenschilden, twee aan twee; naar mekaar gericht, ongetwijfeld bedoeld waren voor de kwartierstaat; van de vrouw. De zwaargedrapeerde treurfiguren, het kaproen; over het hoofd getrokken, zijn behandeld in de traditie van de graftomben; van Dijon door Klaas Sluter en atelier.; De wapendragers of plorannen zijn allen verschillend : op de voorkant,; van links naar rechts, alle hoofden sterk beschadigd : man met; gevouwen handen; man met banderol ; zeer beschadigd ; man met; bidsnoer ; man met banderol ; man met open boek ; zeer beschadigd ;; zeer beschadigd.; In de boogzwikken : kopje in profiel ; duivel of gedrocht ; onduidelijk;; duivel of gedrocht; kop in vooraanzicht en bladtwijgen uit mond;; andere onduidelijk.; Op de achterzijde, langs de vensterkant, en beter bewaard : man in; vooraanzicht, hoofd geschonden; man in profiel, rechterhand opgeheven;; man met bidsnoer, het hoofd achteromgewend; man met; boek, hoofd geschonden; man met gevouwen handen, hoofd geschonden; ; man met bidsnoer ; man met open boek, hoofd geschonden;; man in vooraanzicht, met lange baard.; In de boogzwikken : mannenhoofd met lange baard, in profiel, naar; rechts ; drieledig bladwerk ; duivelskop in vooraanzicht ; een wijngaardblad;; mannenkop in profiel, met muts; roos met bladeren;; vrouwenkopje in vooraanzicht ; wijngaardblad ; mannenhoofd in; profiel, naar links.; De korte sponden zijn in drie nissen verdeeld, de brede middelnis,; met hangend sluitsteentje; op de noordkant, het Laatste Oordeel :; Christus op de regenboog, met opengespreide handen, de lelie (hier; een margrietbloem) en het zwaard met de punt in zijn mond. Zijn; voeten rusten op de aarde waar de doden verrijzen. In de smalle; zijnissen, links de geknielde Lievevrouw, rechts Sint-Jan de Doper,; beide onthoofd.; Op de zuidkant, veel meer beschadigd : de Kroning van 0. L.; vrouw; links een schenker met patroon en rechts de schenkster,; mogelijk Margareta zelf, en haar patrones. Kervyn interpreteert de; twee schenkers als de ouders van Margareta.; Deksteen met afgeschuinde kant; alle woorden van het randschrift; zijn door een roosje gescheiden.; De sporen van oorspronkelijke polychromie, nog beschreven door; P. Bergmans - semis de fleurs blanches ou rouges, grenades avec; rehauts d'or, rouge, bleu pale, etc. - zijn zo goed als verdwenen.; Grafschrift en literatuur : HELLIN, 523-524; DE GOESIN40; Notice, 82; KERVYN,; 192; DE POTTER, 384; L. VAN BIESBROECK in INV. ARCH. G., I; nr. 63 (1898);; P, BERGMANINS,V .A RCH. G., 11, nr. 373-374 (1905); D. ROGGEN, Gentsche beeldhouwkunst; der XIVde en XVde eeuw in : G. BVD., V (1938), 51-73 ; Idem, Gentsche; GrafPlastiek uit den tijd dcr van Eyck's in : G. BIJD., IX (rg43), 99-125; Idem XVI; (1955-1956), 166-167 ; Obituarium, I 59.; Inventaris van het Kunstpatrimonium van Oost-Vlaanderen, V: Sint-Baafskathedraal, Gent; door Dr Elisabeth Dhaenens, 1965. . . Ref: PMa_000012_B_Gent_StB.jpg.