File:NL-HaNA 1.05.01.01 13 0001 Octrooi West Indische Compagnie 03.jpg

jegenwoordich beswaert zijn. Ten waere wij wederom in Oorloge quamen te / geraecken, In welcken gevalle alle de voors(eijde) goederen ende waeren nijet hooger bij ons / sullen worden beswaert, als die opde laeste lijste bij tijde vanden Oorloge beswaert / sijn geweest.

XI.

Ende op dat dese Compaignie soude mogen bestaen bij een goede regieringe, ten meesten / proffijte ende contentement van alle de Participanten, Soo hebben wij geordonneert / dat deselve regieringe, sal bestaen in vyff Caemeren van Bewinthebberen, als een binnen / Amsterdam, die hebben sal de administratie van vier negende paerten, een Camer in / Zeelandt voor twee negende paerten, een Camer opde Maze voor een negende paert, een / Camer Int Noorderquartier voor een negende paert, ende de vyffde Camer in / Vrieslandt, mitsgaders Stadt ende Landen mede voor een negende paert. Opde conditien / in het Register van onse resolutien gestelt, ende de acte daervan verleden. Ende sullen de / Provincien, Inde welcke geen Cameren en sullen sijn, met soo veele Bewinthebberen / worden geaccommodeert, ende over de respective Cameren verdeelt, als zijluyden hondert / duysenden guldens sullen in dese Compaignie furneren.

XII.

Dat de Camer van Amsterdam sal bestaen van twintich Bewinthebbers, de Camer van / Zeelandt van twaelff, de Cameren vande Maze, ende vant Noorderquartier elck van / veerthien, ende de Camer van Vrieslandt, mitsgaders van Stadt ende Landen mede / van veerthien Bewinthebbers, ten waere naemaels bevonden wordt dat dit werck / nijet anders dan met meerder getal van persoonen uuijtgevoert soude comen worden. / In welcken gevalle tselve met kennisse vande negenthien, ende met onse goetvindinge, / ende anders nijet, sal mogen worden vermeerdert.

XIII.

Ende werden de Staten vande respective Vereenichde Provincien geauthoriseert, tsij / voor hun E(dele) Mo(gende) ordinarise Gedeputeerders, ofte voor de Magistraten der / Steden haerer Provintie, soodanige ordre te stellen opde aenteeckeninge van de / Participanten, mitsgaders de verkiesinge van de Bewinthebberen, als sij naer de / constitutie van deselve haere Provincie sullen bevinden te behooren. Mits dat / niemant Inde Camer van Amsterdam tot Bewinthebber vercooren sal worden, / dan die geene die in de Compaignie voor sijn eygen sal participeren ter somme van / ses duysent gulden, Inde Camer van Zeelandt ter somme van vier duysent guldens, en(de) / Inde Cameren vande Maze, vant Noorderquartier ende van Vrieslandt, mitsgaders / Stadt ende Landen, ter somme van gelycke vier duysent guldens.

XIII.

Dat de eerste Bewinthebbers sullen dienen den tyt van ses jaeren, en(de) datmen deselve / overstreecken sijnde, eerst bij lotinge sal veranderen, een derde paert vant getal / vande Bewinthebbers, ende twee jaeren daernae gelijcke derdepaert, ende d’andere / twee volgende jaeren het leste derdepaert, ende voorts successivelyck de oudtste / in dienste sijnde, laten affgaen, ende dat in plaetse vanden affgaende, ofte vanden / geenen die voor ofte naer soude mogen afflijvich, ofte om andere redenen verlaten / worden, bijde Bewinthebberen, soo blijvende, als affgaende, mitsgaders bijde / hooftparticipanten, die in persoone, ende op haere costen daerby sullen willen commen, drije /andere sullen worden genomineert, uuijt dewelcke de voors(eijde) respective Provintien, / Gedeputeerders, ofte Magistraten nijeuwe electie van Bewinthebber sullen doen, / ende de vacante plaetsen successivelyck suppleren. Ende sullen voor hooftparticipanten / gehouden worden die voor hun eijgen soo veel participeren, als de respective / Bewinthebberen sijn doende.

XV.

Datmen de Reeckeninge vande equipage ende uuijtrustinge vande Schepen, mette dependentien / van dien, sal doen drije maenden nae t’vertreck vande Schepen, ende een maent daernae copien / aen ons, ende aende respective Cameren seijnden, ende vande retouren, mitsgaders van de / vercoopinge derselver sullen de Cameren (soo dickwils wij dat goet sullen vinden, ofte sij / van de Cameren daertoe versocht werden.) Staet aen ons, ende aen malcanderen / overschicken.

XVI.

Datmen alle ses jaeren sal maecken generaele Reeckeninge van alle uuytreedingen en(de) / retouren, mitsgaders van winste ende verlies vande Compaignie. Te weeten een / vande negotie, ende een vander Oorloge elck apart, welcke Reeckeningen Int / openbaer sullen worden gedaen, naer voorgaende affixie van billetten, ten eynde / ijeder een daerby Interest hebbende, opt hooren vande selve Reeckeninge sal mogen / commen. Ende Indien voor d’expiratie vant sevende jaer de Reeckeningen in manieren / voors(eijt) nijet werden gedaen, sullen de Bewinthebberen verbeuren heure provisien, die / tot proffyt vanden armen sullen worden bekeert, ende sijluyden evenwel gehouden / blijven hare Reeckeningen als vooren te doen, binnen sulcken tyde, ende op soodanige / penen, als by ons tegens de gebreeckigen sullen werden gestatueert. Ende sal / nijettemin ondertusschen vande winsten vande negotien uuytdeelinge gedaen / worden soo dickwils alsmen bevinden sal datter thienten hondert geproffiteert sal sijn.

XVII.

Niemant sal geduijrende den tijt van desen Octroye sijn Capitael, ofte Ingeleyde / penningen uuijt dese Compaignie mogen trecken, gelijck men oock geen nijeuwe / Participanten sal mogen Innemen, dan Indien ter expiratie van vierentwintich jaeren / mochte goetgevonden worden dese Compaignie te continueren, ofte een nijeuwe op / te rechten, sal finaele Reeckeninge ende estimatie byde Negenthien, met onse kennisse, / gedaen worden, van alle tgene dese Compaignie is toebehoorende, als oock vande / nootelycke costen die by deselve sijn gedaen, ende ijeder een vermogen naede voors(eijde) / affreeckeninge, ende gedaene estimatien sijne penningen te lichten, ofte Inde / volgende Compaignie, nae advenant van dien, Int geheel, ofte deel, te continueren / ofte particicperen. Ende sal in sulcken gevalle de volgende Compaignie de restanten, / die volgens de Reeckeninge, ende estimatie bevonden sullen werden, tot haeren / laste moeten nemen, ende de participanten die Inde Compaignie nijet sullen goet / vinden te continueren, haer contingent betaelen, op alsulcke termynen, als de / negenthien, met onse kennisse ende goet vinden, sullen bevinden te behooren.

XVIII.