File:MCC-42328 Oordeel van Salomo, met monogram VE, in houten lijst (1).tif

Nederlands: Voor een achtergrond met net zichtbare, klassieke boogstelling, zit rechts op de voorgrond Salomo op een troon, driekwart naar links. Hij houdt zijn rechterhand opgeheven. In zijn linkerhand houdt hij een scepter. Zijn linkerbeen is naar voren geplaatst. De troon is overhuifd met een baldakijn en aan de zijkant voorzien van plattebandornament en een voluut met leeuwenkopje. De troon staat op een verhoging met twee treden, bedekt met een loper. Voor Salomo knielt de ene moeder met gevouwen handen. Voor haar ligt het dode kind. Het levende kind wordt gedragen door een soldaat (dienaar) achter haar, geheel links. Hij heeft een zwaard in de rechterhand. Hij klemt het naakte kind met linkerarm stevig tegen zich aan. Rechts van hem, op de achtergrond, de tweede moeder. Op de achtergrond in het midden twee dienaars.

Salomo heeft een kroon op het hoofd; hij draagt een krijgstenu met korte rok en mouwen, een korte mantel en laarzen. De knielende moeder heeft een spitstoelopende hoed (Jodenhoedje?) op het hoofd en is verder gekleed in een bovenkleed met pofmouwen, waaronder lange mouwen, een onderkleed en een mantel die over haar linkerschouder is geslagen en langs de rug afhangt. De soldaat/dienaar draagt een kort kleed met opgerolde mouw en laarzen met omgeslagen kappen. De figuur op de achtergrond links heeft een puntmuts, die op de achtergrond rechts een tulband en mantel. De tweede moeder draagt een rond mutsje.

Het reliëf is van onderen afgesloten door een afgeschuind vlak, dat naar voren uitspringt en is omgeven door een rechte lijst. Dit vlak is in het midden gesigneerd met het monogram VE als ligatuur, tussen twee punten.

Het albasten reliëf is gevat in een geprofileerde houten lijst. Op de vlakke baan tussen de binnenste en buitenste profielrand een reliëfdecor: aan de korte zijde drie motieven met vruchten en blaadjes, verbonden door een staaf, waaromheen een lint slingert; aan de lange zijden een staaf, hangend aan een oog en gevat in een bol element. Langs de staaf vier motieven blaadjes en vruchten waartussen strikjes.

Polychromie: Het reliëf is gehoogd met gouden details op een roodbruine laag. De reliëfranden van de lijst zijn matverguld op een roodbruine laag, de buitenrand is zwart.

Techniek: De omlijsting bestaat uit vier geprofileerde randen (oorspronkelijk gelijmd en gespijkerd). De achterwand bestaat uit één stuk. Het albast is op de achterwand gelijmd. De binnenste profielrandjes bestaan uit vier losse delen. De reliëfdecoratie bestaat uit vier stroken papier die in een mal zijn gedrukt.

Staat: De onderste rand van de achterwand is afgebroken. Boven in de lijst zit een nagel, door-en-door. Daaromheen drie spijkergaatjes en een afgebroken spijker. Verspreide houtwormgaatjes.

De vergulding is deels afgesleten, evenals de zwarte verf.