File:Goddelyke liefde-vlammen, van een boetvaardige, geheyligde, liefhebbende, en aan haar selfs-stervende ziele - in drie deelen verdeelt, af-gebeeld door vijftig nette koopere figuuren - neffens haar (14745051682).jpg

Identifier: goddelykeliefdev00pjlb (find matches)
Title: Goddelyke liefde-vlammen, van een boetvaardige, geheyligde, liefhebbende, en aan haar selfs-stervende ziele : in drie deelen verdeelt, af-gebeeld door vijftig nette koopere figuuren : neffens haar verzen, aanmerkingen, gezangen, en ziel-zuchtingen
Year: 1711 (1710s)
Authors: P. J. L. B. C
Subjects: Emblems Emblem books, Dutch
Publisher: Amsterdam : By de Wed: van Gysbert de Groot
Contributing Library: Duke University Libraries
Digitizing Sponsor: Duke University Libraries

View Book Page: Book Viewer
About This Book: Catalog Entry
View All Images: All Images From Book
Click here to view book online to see this illustration in context in a browseable online version of this book.

Text Appearing Before Image:
u kruys, en in u bitter lyden,Eens fmaak gevonden heb, hoe zoud ik my ver»blyden,Met iets dat s werelds is ? hoe zoud ik hier voortaan iNoch eenig aardfche vreugd verganklijk nemen aan ?Neen, neen, my kan geen luyt, geen fangen meer ver« maaken,Niets dat ter wereld is, kan my het herte raaken;Hoe fchoon het my voor komt , gy zyt alleen mijn vreugd,Waar in dat fich mijn ziel optalderhoogft verheugt.Uw vreugde, is mijn vreugd, die moet mijn ziel ver-blij den,En gy moet door uw Geeft geftadiglijk my leydert.Gy zyt alleen mijn luft, als ik u miflen moet,Zo is t dog niet met al wat vriendfehap men my doet jMaar als ik u naar wenfeh genieten fal hier boven,Dan zal ik eerft u naam met gantfeh mijn hene loven. Goddelyk Antwoord.Corinth. 6. vers 17. —— Maar die den Heere aanhangt, is een Geefi met hem, XIII. Fi- LIEFDE-VLA MME tf. X17 XIII. Figuur. . ColL %, vers i. Indien gy dan met Chrifto opgewekt zyt, foofoekt de dingen die boven zyn, daar Chriftus iszittende aan de regterhand Godts.
Text Appearing After Image:
ïmttén. in- isreitui& Za.ndjsfL ^P/airrt ?t7- \ Y-J e? ^ - •* Pfalm. rxp. vers 14- Ik ben vrolijker in den weg uwer getuygeniffcals over allen rijkdom. Aan* *iB GODDELVKB i^enmerkinge op ie XIII. Figuur. DAn moet al t aardfch vermaak verdwijnen fGelijk het duyfter voor het licht,Wanneer dien Son ons komt befchijnen, En toont zyn lieflijk aangeficht.Dan kan de Ziel geen vreugd erlangen, In al het geen zy liet, of hoort,Sy moet daar Jefus in ontfangen f En hooren ook zyn ftcm, en Woord,Waarom fbud hy het ook niet foeken In hem, alleen, dat Zalig Goed?In hem, die ons bevryd van vloeken. Alleenig door zyn koftlijk bloed,In u is al mijn Ziels verblyde, In u fchep ik mijn Zielen luft,In u, gy, die my fteeds geleyde, O Licht! mijns Ziels, mijns herten ruft! Zach. io. vers iï. Ende ik falfe fierken in rfewHeere 3 ende in zynen namef allenJy wandelen, fpreektde Heere* Over G LIEFDM -VL AMM &N* I*9 Over de XIV. Figuur. Eeft aan een Ziel vry alle zaaleen^ -J Van 7t koftlükft dat er

Note About Images